Afscheid

Waarom moesten mijn broer en ik op internaat? Een idee van mijn vader is het niet geweest: hij had geen hoge dunk van geestelijken en vond het zelf  al uitermate vervelend om één nacht van huis te zijn. Dat hij er, ondanks mijn forse tegenzin, mee instemde kwam omdat hij mijn moeder een huwelijk lang op handen heeft gedragen en de opvoeding van de kinderen aan haar overliet. En mijn moeder was zeer gecharmeerd van paters, pastoors en bisschoppen. Van een onderwijzer van de lagere school had ze vernomen dat ik gedurende de lessen meer uit het raam zat te dromen dan op te letten. Aangezien mijn moeder naast het huishouden een fietsenwinkel runde, bleef er volgens haar te weinig tijd over om zich bezig te houden met onze studie. Mijn broer leerde een stuk minder makkelijk dan ik. Het college was te hoog gegrepen voor hem. Hij deed het eerste jaar over maar zakte opnieuw. Daarna ging hij naar een technische school waar hij veel beter tot zijn recht kwam. Intussen had hij wel twee jaar lang mijn doen en laten doorgebriefd aan mijn moeder, die lijdzaam moest toezien dat ook de paters mijn dromerijen niet de baas konden. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik, om mezelf te beschermen, op mijn elfde al behoorlijk definitief afscheid genomen heb van thuis. Mijn vader heeft zich nooit uitgeproken over ons internaatsleven, maar in de grote vakantie voor ik naar Lier vertrok, zette hij een racefiets voor mij in elkaar. De fiets werd het symbool van onze relatie en die speelde zich niet af binnen maar buiten het gezin.

Met mijn eerste koersfiets op de piste van Zwartberg